the Quick Version
Ik geef dat vaak aan met een metafoor:
Je zou kunnen zeggen dat iemands’ taartvorm te vol is geworden en dat die uit zijn voegen is gebarsten.
We kennen dat allemaal uit ons eigen leven. Het kan best dat we een rotdag hebben op ons werk, dat er thuis dan ook nog een beetje ruzie is … maar als we dan ook nog een lekke band krijgen dan gaan we uit ons dak. “De maat is vol” roepen we dan.
En dat is ook zo !..
Hoe dan? Lees:
the Longer Version
Inleiding
Door Roth & Holmes, is al decennia geleden onderzoek gedaan naar de effecten van de verschillende vormen van stress en de kans dat je er ziek door wordt. Er zijn zelfs punten aan bepaalde gebeurtenissen toegekend. Zo gaf een de dood van een partner 100 punten, een echtscheiding 73, het verlies van een baan 47 punten maar ook positieve ervaringen zoals het krijgen van een nieuwe baan dat legde punten in de schaal (36). Roth & Holmes stelden dat de kans op lichamelijke of psychische ziekten groot werd als je méér dan 300 punten ‘behaalde’ in een jaar. Als je te veel stress mee maakt dan wordt het wel heel moeilijk om dat te kunnen ‘hebben’.
Met dat kleine beetje extra stress zit de taartvorm ineens echt vol. Dat kleine taartpuntje, dat op zichzelf zo weinig voorstelt maakt ineens dat we er niet meer tegen kunnen, dat we over de rooie gaan, dat “het allemaal teveel wordt”.
“De maat is vol!”
Omgaan met punten
Maar waarom kan de één dan zoveel hebben en toch niet ziek worden, terwijl de ander bij veel minder punten al ziek werd?
Dat was een vraag die toch niet zo goed beantwoord kon worden door dit onderzoek.
Mijns inziens zijn er twee antwoorden op die vraag:
- Allereerst, niet iedereen heeft dezelfde taartvorm
- en ten tweede gaan mensen verschillend met hun taartpunten om.
De grootte van de taartvorm
Als we naar de eerste reden kijken dan zijn daar veel aanwijzingen voor dat mensen al geboren worden met verschillende ‘spankracht’, met een verschillend uithoudingsvermogen. Natuurlijk start nu de nature-nurture discussie die in de psychologie al jaren regelmatig oplaait. Komen dit soort verschillen tussen mensen door de opvoeding (nurture) of zijn ze aangeboren (nature)?
Eigenlijk hebben wij niet zo’n zin om aan deze òf-òf-discussie mee te doen. Wij geloven dat beiden hun rol hebben. Sterker nog, dat ze al vrij snel niet meer uit elkaar te houden zijn. Sommige kinderen krijgen een gezonde training van hun stress-taartvorm en sommige kinderen krijgen hun taartvorm zo wreed volgepropt door de dingen die er in hun jeugd gebeuren dat deze zelfs beschadigd raakt, dat er haarscheurtjes of zelfs scheuren in komen, dat zo’n kind nooit meer zoveel stress zal kunnen ‘hebben’ als dat in potentie mogelijk was geweest. Sommige kinderen worden zo beschermd opgevoed dat zij nooit een puntje stress te verwerken krijgen zodat hun taartvorm ook niet uitgroeit tot een volwassen taartvorm. Sommige mensen worden stress-bestendiger geboren dan anderen.
Het lijkt ook niet terecht om alleen maar te gaan kijken naar de jeugd. Ook later in een leven kunnen er dingen gebeuren die een taartvorm beschadigen: trauma’s, overbelasting, beschadiging of vergiftiging door drugs (en dus ook alcohol) kunnen iemands stress-bestendigheid voor de rest van het leven kapot maken.
Aangeboren of verkregen?
Sommige mensen lijken te worden geboren met een hele grote taartvorm waar alles altijd maar in lijkt te kunnen. Maar op een bepaald moment blijkt het dan toch niet zo’n stevige vorm te zijn. Want ondanks dat ie groot is, als ie dan een keertje vol raakt dan valt ie ook helemaal uit elkaar (ernstige ziekte of zware psychische klachten die nooit meer echt over gaan).
Andere mensen lijken maar een klein taartvormpje te hebben maar het kan wel telkens weer tot de rand toe gevuld worden zonder dat daar schade door ontstaat. Dan is er ook nog een groep mensen die zo’n grote stresstaartpunt maken van de angst “dat de taartvorm misschien wel vol zal komen te zitten”, dat alleen die angst al een belangrijk deel van hun taartvorm vult.
Het gebruik van taartvormen
En daarmee komen we eigenlijk al een beetje op het tweede punt: mensen gaan op verschillende manieren om met hun eigen taartvorm en de stresstaartpunten van het dagelijks leven.
Zeker de mensen die een hele grote taartvorm hebben, die zijn nog wel eens geneigd om te denken “dat kan er óók nog wel bij …”
Ze houden zelden een opruiming en er staan ook nog wel wat oude stukken taart te schimmelen want ze vertrouwen er op dat het toch niet vol raakt …
Andere mensen daarentegen, die weten dat ze nou eenmaal met een klein taartvormpje hebben en dat ze ervoor moeten zorgen dat ie niet te vol raakt. Die weten dat zij best iemand kunnen helpen maar dat ze niet teveel sores van een ander op hun schouders moeten laden want dan raakt hun taartvormpje vol. Mensen die goed zijn in het aangeven van hun grenzen.
Mensen weten soms dat hun taartvorm in de loop van hun leven beschadigd is en daarom zorgen ze goed voor ruimte in hun taartvorm. Ze weten dat ze niet al te veel kunnen hebben en ze weten dat er in het dagelijks leven altijd mensen weer stresspunten zullen opdoemen dus ze leren om heel bewust wat extra ruimte voor onverwachte dingen open te houden. Sterker nog, zij leren om er zo bewust mogelijk mee om te gaan of een stresspunt in de taartvorm wordt genomen of niet.
Deze mensen zullen ook bewuster omgaan met de stukken oude taart die nog in de vorm zitten en ervoor zorgen dat die oude beschadigingen niet tot nieuwe stress leidt.
Oude stukken taart hebben de neiging om vast te koeken in de hoek waar zij liggen. Oude stukken taart zijn niet meer zo makkelijk te verteren. Sommige stukken taart zijn zo oud dat het bepaald geen pretje is om ze weg te werken. Daar kan therapie voor nodig zijn, of andere vormen van begeleiding. Als ze makkelijk verteerbaar waren dan had je ze al wel weggewerkt. Dus het zijn per definitie die stukken van jouw leven waar je niet makkelijk mee aan de slag gaat.
Wat is verwerken?
Maar hoe verteer je dan die stress-punten? Hoe verwerk je ze?
Natuurlijk moet je ervoor uitkijken dat je een metafoor niet te ver doortrekt maar zelfs dat lijkt ook wel een beetje op de vertering van voedsel. Alleen de vergelijking met taart gaat hier een beetje mank want de meeste taart is niet zo voedzaam. Maar vergelijk het eens met een appel (of een stuk appeltaart als je wilt).
Als je ineens een hele appel probeert in te slikken, dan is dat nauwelijks te doen. Het is niet voedend. Sterker nog, het is nogal ongezond om te proberen om een hele appel in één keer in te slikken. Je moet ‘m kleiner maken, in stukjes ontleden. Het is nodig om de tanden er in te zetten en hap-voor-hap te kauwen en herkauwen, te vermengen met jouw eigen verteringssappen tot het op de juiste plaats in het lichaam opgenomen kan worden in het bloed zodat de voedingsstoffen gebruikt kunnen worden voor groei en gezondheid.
Een trauma of een stress-factor is soms klein genoeg om het in één keer te kunnen ‘slikken’ (stress-petit-fourtje zal ik maar zeggen). Maar meestal zal je er toch eerst hapjes uit moeten nemen. De stressor moeten ontleden om te kijken welke stoffen je kan gebruiken, een proces dat je vaak niet alleen kan doen. Je zal er meestal over moeten praten met vrienden, kennissen, een partner een therapeut of een supervisor zodat je er van verschillende kanten tegenaan kan kijken, zodat je kan kijken naar de dingen die je ervan kunt leren en de dingen waar je eigenlijk helemaal niks aan hebt, de dingen die je gewoon moet slikken.Lees in dit verband ook: [“waar moet ik beginnen?”]
Slikken
Het is vaak nogal een vervelende klus is om te moeten kauwen en te verteren. Daarom proberen we maar net te doen of die appel er niet is en hopen we op appelmoes die we niet hoeven te kauwen en alleen maar hoeven op te sabbelen. Zo verleren we om de dingen te slikken die soms moeilijk te slikken zijn en we lopen de voedingswaarde van die appel mis. We hebben op die manier vaak de neiging om het kind met het badwater weg te gooien en doordat we ons proberen af te sluiten van de moeite om onze vervelende ervaringen te verteren daardoor verliezen we vaak ook de les uit het oog die er in dergelijke ervaringen zit (met als gevolg dat we vaak dezelfde fout sneller maken).
Shit happens
Het blijkt dat wij kunnen leren van onze oude stress-punten. Dat we voedende elementen kunnen halen uit de ellende die we hebben meegemaakt.
Wij willen hier niets mooier voorstellen dan het is. Er bestaan wel degelijk bittere pillen, ouwe stukken taart, ouwe ‘shit’ die helemaal niet voedzaam is. Gedroogde ballaststoffen die misschien als enig nut hebben dat ze ervoor zorgen dat je geen verstopping of ‘plaques’ krijgt in de darmen. “Shit happens!” sprak ooit één van mijn trainers:
“Billions of flies can’t be wrong … eat shit!”
Of, zoals ik eens een Noord-Hollandse boer heb horen zeggen:
“we krijgen allemaal wel eens stront op ons bordje … dan moet je slìkken en niet kauwen.”
Dat betekent niet dat we moeten doen alsof die problemen kunnen worden weggepoetst. Ze bestaan en we moeten ze serieus nemen. Aan de andere kant heeft het ook geen zin om iedere keer de oude problemen weer uit de kast te halen als reden om weer terug te vallen. Het heeft geen zin om oude taartstukken op te poetsen. Ze worden er niet smakelijker van, alleen maar ouder. Dan kan je het verlies beter slikken en verder gaan met je leven.
Behapbare brokken
Het heeft ook geen zin om nou ineens alléén maar bezig te gaan met het verteren van ‘ouwe shit’. We kunnen wel (in een therapie bijvoorbeeld) proberen om oude dingen op te ruimen maar het is niet zo dat we eerst alles op moeten ruimen voor we ‘weer verder kunnen’. Een mens kan niet leven van ‘ouwe shit’ alleen. We hebben nieuwe positieve stress-taartpunten nodig die ons voeden zodat we de energie hebben om de oude ellende te verwerken. Als we alleen maar in het verleden bezig zijn dan verhongeren we in het heden. We moeten er dus ook voor zorgen dat we het verwerken van oude problemen doseren. Niet alles ineens en met voldoende aandacht voor andere dingen … zelfs als ons hoofd daar niet altijd helemaal naar staat.
En zelfs …
En als we ons leven langer geleefd hebben dan snappen we misschien zelfs dat we sommige vastgekoekte stukken taart maar beter kunnen laten zitten. Zeker, daardoor past er minder in ons taartvormpje maar misschien zouden we onszelf eerder vergiftigen als we onze taartvorm in één keer zouden willen leeg maken. We zouden bijvoorbeeld ook kunnen ontdekken dat er een gat zit in onze taartvorm. Misschien klinkt het onwaarschijnlijk maar soms kan die aangekoekte ellende een zekere ‘stevigheid’ verlenen aan een taartvorm.
Misschien een voorbeeldje uit mijn eigen praktijk: wat denk je van de oude man die door zijn longklachten niet meer vooruit kon in zijn leven. Ontsteking volgt op ontsteking en hij ging hard achteruit). Hij ademde niet handig door de gespannenheid in zijn buik (die natuurlijk veel adembeweging beperkte). Dat hebben we geprobeerd om samen te oefenen en snel bleek wat er in zijn lichaam was opgeslagen. Hij had in de oorlog in een Japans kamp gezeten en zij moesten daar 3 keer per dag op gelijnd gaan staan om door de Japanners gecontroleerd te worden. Als je op zo’n moment niet met je buik ingetrokken en je borst vooruit stond, dan kreeg je een stoot in je maag met een geweerkolf. Een week van heftige huilbuien en slapeloze nachten volgde en hij vertelde dat hij ervoor koos om dan maar niet meer met zijn buik te ademen. Want iedere keer dat hij zijn buik ontspande kwamen de herinneringen terug.
Voor deze man was het de rest van zijn leven onmogelijk geworden om nog met zijn buik te ademen. En als wij in deze eindfase van zijn leven bezig zouden gaan om ‘te verwerken’ wat het betekent om in een “Jappenkamp” te hebben gezeten dan zou dat niet alleen een regelrechte kunstfout zijn (omdat een dergelijke therapie langer zou duren dan de levensverwachting van deze man), het zou in mijn ogen ronduit onethisch zijn en niets bijdragen aan de levenskwaliteit van de paar jaar die hij nog had. Het was belangrijker om [erover te rouwen] dat hij dingen niet meer kon en dat hij afscheid kon nemen van zijn leven dat soms verschrikkelijk en soms ook goed was geweest.
Wat kunnen we leren van een dergelijk modelletje?
Ik denk dat we het eigenlijk wel degelijk kunnen voelen als we uit ons taartvormpje dreigen te barsten (zie het artikel over [de lawine als metafoor]). Dat kunnen we maar beter serieus nemen.
We kunnen wel willen dat onze taartvorm groter is en dat we alles maar zwijgend zouden kunnen slikken … maar onze taartvorm is nou eenmaal zo groot of zo klein, zo sterk of zo zwak, zo stevig of zo gekraakt als ie ìs! Dan kunnen we onze aandacht misschien beter richten op de manier waarop wij met onze stresspunten om gaan in plaats van in fantasieën.
Ik kan wel willen dat ik een blinkend schone taartvorm heb maar ik kan misschien beter een plan maken waarmee ik mijn taartvorm van de ouwe herrie ga ontdoen die ik kwijt wil en ermee leren te leven dat ik niet perfect ben (al dan niet met hulp).
Misschien kan ik beter gaan leren om te genieten van de voedingswaarde van de stresspunten waar dat mogelijk is.
Lees ook eens [over energiemanagement]
Als je hier vragen over hebt, laat mij dat weten, dan
Voor het stellen van vragen +klik hier+
Contact pagina: +klik hier+
of reageer hier: