Inleiding
Naar aanleiding van ons werk als respectievelijk psycholoog en vaktherapeut bij de behandeling van mensen met verslavingen hadden drs. Paul Bindels en ondergetekende in 1998 – 1999 discussies over onderwerpen die belangrijk en vooral handig zijn bij het geven van zinvolle behandelingen. Bij het denken over een model voor emotionele intelligentie en de manieren waarop wij met problemen in ons leven om kunnen gaan (coping) kwamen we steeds vaker uit op de beweging van een slinger.
De gedachte van het model is simpel: onze beoordelingen van onszelf en situaties buiten ons hebben vaak het karakter van een slingerbeweging tussen twee uiterste polariteiten… en die polariteiten hebben met elkaar te maken, zeker als wij in de problemen komen.
Voorbeelden? De mate van ordelijkheid en strengheid waarmee ik mijn perfectionisme vorm geef voelen ‘goed’ en ‘veilig’ zolang het goed gaat. Maar als de vermoeidheid toeslaat en ik eigenlijk geen energie meer heb voor de opdrachten die ik mijzelf geef, dan is de kans aanzienlijk dat ik het als ‘lastig’ ervaar’, zal ik misschien zelfs de neiging hebben m mij tegen mijn eigen eisen te verzetten. De fles goede wijn die ik vanmorgen (met schaamte en een kater) met ‘negatief’ beoordeel, die beoordeel ik misschien nog dezelfde avond als ‘aantrekkelijk’.
Je komt de slingerbeweging tussen polariteiten op veel plekken tegen in de psychologie, in de levensverhalen van mensen. Veel mensen hebben, vaak al in hun in hun vroege leven, negatieve voorbeelden gehad: een moeder die sloeg, een vader die meer aandacht had voor de mooie keuken dan voor het emotionele leven van zijn kinderen, een opvoeder die seksueel z’n handen niet thuis kan houden, een opvoedster die emotioneel zulke grote claims legt dat het een soort emotionele grensoverschrijding is waarbij ze haar kinderen als surrogaatpartner gaat behandelen. Het zijn allemaal beroerde voorbeelden die maken dat we onszelf zeker niet zó wilden ontwikkelen. Zeker wanneer er over die ervaringen niet gesproken kon worden, dan neigen veel mensen behoorlijk naar een Zwart/Wit-manier van denken die maakt dat we voor het tegenovergestelde kiezen van onze afschrikwekkende voorbeelden in een soort van tegenscript*.
Generaties
Als we dan dus naar opeenvolgende generaties kijken dan zie je vaak nog een slingerbeweging die echt een aantal keer heen-en-weer kan gaan. De ouder die teveel drinkt. Het kind dat z’n hele leven op strenge toon geen druppel aan raakt. Het kind van het kind dat z’n hele leven te horen heeft gekregen dat alcohol afgrijselijk is en niet met geneugten heeft leren maar in z’n puberteit merkt dat het best wel leuk kan zijn (en de grootouder is toch al dood of is inmiddels zelfs wel een leuke grootouder). Zo slingert het familieverhaal soms van generatie op generatie tussen verslaving en abstinentie (totaal niets drinken).
Je ziet de slingerbeweging zelfs met heftige voorbeelden als seksueel misbruik en agressie meer dan dat je het de mensen zou gunnen. Het is niet alleen het kind van de dader die de kans loopt om dader te worden*)note. Het is zelfs het kind van het slachtoffer van de grensoverschrijdingen die niet heeft geleerd om met zijn eigen seksualiteit om te gaan.
Of het kind van de agressieve vader die veel te hard slaat… een heel leven houdt ie zich ingehouden om niet zo te worden als zijn vader. Soms droop zijn woede onder hoge druk tussen de scheurtjes van zijn aardige panster. Hij heeft zich een leven lang ingespannen om vervolgens met lede ogen te moeten zien hoe zijn zoon, die nooit met zijn eigen agressie leerde omgaan, nu zijn kleinkind slaat.
Binnen een levensverhaal
Maar niet alleen de slingerbeweging tussen generaties. Ook binnen één leven komen we de slingerbeweging tegen bij de zoektocht om op een handige manier met emotionele problemen om te gaan. Keer-op-keer wordt zichtbaar dat mensen uit angst voor het ene in het andere bleven hangen. Je kan de slingerbeweging bijna voor je zien als je voorstelt welke concepten er in het hoofd van zo iemand tegenover elkaar zijn komen te staan.
Bij voorbeeld: papa zat in het middenkader van het leger en was knalhard met een ijzeren discipline. Zijn goed gedrilde zoons hebben zo’n hekel aan die knalharde manier van optreden dat zij zich teruggetrokken hebben aan de ander kant van de slingerbeweging. Wanneer er een beslissing genomen zijn ze méér dan flexibel. Andere mensen zullen hun soms zelfs als soft ervaren. Zij zelf niet. Uit angst zo hard te zijn als hun voorbeeld is “duidelijk zijn” zó dicht bij een knalharde houding komen te staan dat het heel ingewikkeld is geworden om nog duidelijk te kunnen zijn. Meer duidelijkheid in het leven brengen is de uitdaging die zo iemand zal moeten aannemen om niet “soft” te zijn maar een “flexibel” persoon te leren worden.
Zwart of wit of grijs (en kleurrijk)
Ik zeg mijn klanten al sinds tijden: Als je wit bent kan je rustig wat kleur bijmengen. Dat hoef je niet te laten, uit angst dat je gelijk zwart zult worden.
“Soms is het verstandiger om wat meer te nuanceren en het soms eens in de grijs-nuances te zoeken.”
Daarbij hoef je niet gelijk bang te zijn een grijze muis te worden of af te glijden in de richting van het zwarte. Want het is net als in de kleurleer van het licht: zwart is de afwezigheid van alle kleuren en wit is de aanwezigheid van alle kleuren licht. Daar zit niet alleen maar grijs tussen. Daar zit een pallet tussen van alle kleuren van de regenboog die je kan gebruiken om je leven op een handiger manier kleur te geven.
Bovendien, je mag dan wel he-le-maal wit willen zijn maar dat bèn je helemaal niet. Dat idee kan je alleen blijven volhouden wanneer je jouw eigen donkere kantjes ontkent. En zoals bij iedere ontkenning, dan is de kans zonder meer aanwezig dat de ontkende eigenschappen er toch ergens op een negatieve manier tussenuit kruipen, dat het op die manier juist onbeheersbaar wordt omdat je er niet naar durft te kijken (zie: [generaties]). Een slingerbeweging wordt beter beheersbaar waneer we niet teveel aan de ene kant van zwaai blijven plakken. Sterker nog:
Hoe harder we die slinger naar de ene kant toe duwen, hoe groter de neiging van die slinger wordt om de andere kant op te zwaaien op het moment dat we even los laten.
Voorbeelden hiervan zijn: daadkracht, zorgzaamheid, zorgvuldigheid, moed, ordelijkheid, invoelingsvermogen.
Daniel Ofman – Bezieling en kwaliteit in organisaties
De oplossing van veel problemen ligt meestal niet een manier van denken die ofwel zwart, ofwel wit is, maar eerder in de kleurnuances die daartussen te vinden zijn. Zeker als we bedenken dat zwart de afwezigheid is van iedere vorm van licht terwijl wit licht juist bestaat een gelijke combi van de belangrijkste primaire kleuren. Dat betekent eigenlijk niet alleen dat er alleen maar grijs-nuances tussen zwart en wit zitten. De volledige regenboog is daartussen te vinden. Deze zienswijze kom je ook tegen binnen het zogenaamde kernkwaliteitenkwadrant**)note door Daniel Ofman, die ik later tegenkwam in de wereld van coaching-theorieën.
OK of teveel
Maar volgens ons is de slingerbeweging een beeld dat meer duidelijkheid geeft over de manier waarop mensen met concepten omgaan in hun denkwereld. Laten we eerst even naar het plaatje kijken:

Er is in dit traject als het ware een groot deel van de slingerbeweging die ‘O.K.’ is. We zouden soms misschien wel graag in alle rust willen stil hangen in het midden van dat gedeelte van het traject. Maar uiteindelijk zal het leven van de meeste mensen toch een zekere slingerbeweging maken tussen de verschillende manieren van kijken.
Meestal zullen mensen zich trouwens ook beter voelen bij enige flexibiliteit. Een labiel evenwicht in de bewegende natuur heeft vaak toekomst dan een stabiel evenwicht.
De meeste problemen ontstaan pas doordat mensen teveel naar de ene kant of teveel naar de andere kant neigen. Vaak juist in een poging om een stabiel ‘evenwicht’ te maken dat voorkomt dat de slinger de andere kant op slaat, gaan mensen zo hard aan de slag met hun kwaliteit dat het tot valkuil wordt.
Voorbeeldjes:
niks mis met een beetje duidelijkheid, maar wanneer iemand knalhard en gemeen eerlijk wordt naar anderen is het niet handig meer. Niks mis met een beetje flexibiliteit maar als het soft gezanik wordt dan mag het best wel wat duidelijker, als je ergens iets aan wilt veranderen. Niks mis met een beetje genotsmiddelen in het leven maar als het een verslaving wordt dan is er een probleem ontstaan. Niks mis met een beetje emotionaliteit maar wanneer we ons door onze emoties laten leiden dan is misschien een beetje zelfcontrole toch wel op z’n plaats. Niks mis met abstinentie als je voelt dat het middelengebruik je anders in z’n greep krijgt. Maar wanneer dat omslaat en je wordt zo’n zurige purist die niet meer van het leven weet te genieten, dan zijn er misschien wat kinderen met het badwater weggegooid. Controleren uit angst voor chaos moeten we ook weer niet laten doorschieten in controledwang en starheid, want dan was het weer wat teveel van het ene goede.
Kracht of Zwakte
Het valt waarschijnlijk wel op dat wanneer iemand ‘in zijn kracht zit’ dat ie zeker in het O.K.-gebied zal zitten (waarschijnlijk in de buurt van de kwaliteit). Als je hiernaar kijkt dan valt waarschijnlijk ook op dat je vervolgens niet zo ver hoeft want slechts een klein stukje verder op het traject in het ‘te’-gebied daar zie je de zwakte al staan… Het verschil tussen een ‘zwakte’ en een ‘kracht’, dat is niet zo groot.
Iedere kracht heeft zijn zwakte (en iedere zwakte haar kracht)
Je ziet, er is eigenlijk geen enkele eigenschap die je niet negatief zou kunnen maken wanneer je ‘m te groot maakt of te veel aandacht en energie geeft. Tegelijkertijd is er eigenlijk ook geen enkele eigenschap te bedenken waar je niet een ‘tegenover’ voor kunt verzinnen. Dat kan een positieve ‘tegenover’ zijn maar als het teveel doorschiet naar de andere kant dan kan je er gif op innemen dat het negatief uitpakt.
Dit is wat ik bedoel met concepten traject. Van de ene naar de andere kant, van de ene negatieve uitzwaai naar de andere kant loopt een traject dat dwars door allerlei concepten loopt in ons hoofd. Concepten die we weer als positief of “goed” of negatief en “kwalijk” of zelfs “kwaad” ervaren. En het komt regelmatig voor dat mensen in problemen komen omdat ze een dergelijk traject als geheel eigenlijk niet zo scherp “op een rijtje hebben” (letterlijk).

Welke concepten vind ik op een traject?
In het hele traject dat een slinger aflegt tussen de verschillende concepten zijn vier duidelijke punten te herkennen: de favoriet, het doel, de oefening en de allergie. Laten we ze eerst even kort voorstellen. Dan kunnen we er later dieper op in gaan.
Voor de duidelijkheid wil ik eerst even aan de linkerkant van de slingerbeweging beginnen en dan komen we ze één voor één tegen in het traject naar de rechterkant.
de goed geoefende favoriet, het negatief tevéél, de overcompensatie, de ivoren toren
Allereerst hebben we even aandacht voor de favoriet, het negatief teveel, de overcompensatie of ook wel de ‘ivoren toren’ waar mensen op kruipen op het moment dat zij hun best gaan doen.
Dat je door een overdosis aandacht voor je sterke kanten een goed ontwikkelde eigenschap tot een zwakte in je persoonlijke mogelijkheden kunt maken, da’s iets waar een hoop mensen zich veel bij voor kunnen stellen (…zolang het tenminste over andere mensen gaat). Immers, als ik in één truukje “errug goed“ ben en in die richting dus overcompenseer, dan verarmen de andere mogelijkheden, dan verstart de creativiteit en wordt de hoeveelheid verschillende kleuren te klein op het pallet aan mogelijkheden.
De overcompensatie, dat is de eigenschap die ik bij andere mensen best wel begrijpelijk vind en die ik anderen graag zal vergeven terwijl er tegelijkertijd mensen zijn die jou precies die kwaliteit verwijten.
Het kan ook onbegrijpelijk voor je zijn dat andere mensen zo onvergefelijk zijn op dat punt en je zal ook zeker de neiging hebben om jezelf te rechtvaardigen op dat punt. Misschien zelfs zodanig dat je zelf niet eens meer in de gaten hebt hoe je jezelf rechtvaardigt.
de (automatische) eigenschap, het positieve veel, (vaak het doel)
Vaak is uiteindelijk het doel van coaching en therapie het volgende station op het traject. Daar ligt de de (automatische) eigenschap waar iemand eigenlijk al best veel van in huis heet, vaak zonder dat iemand daar veel oog voor heeft. Problemen ontstaan meestal niet voor niks, die ontstaan meestal door onze blinde vlekken.
Problemen ontstaan vaak doordat mensen te veel in één van de uitersten blijven hangen omdat zij geen waardering hebben voor de dingen die zij “gewoon” vinden. Het doel van een concepten traject-onderzoek wordt dus vaak: “kan het ietsje minder?”
Wanneer we telkens in de overcompensatie blijven hangen is het wrange feit meestal dat het doel waar uiteindelijk naartoe gewerkt zal worden vaak gewoon de eigenschap is waar we toch altijd al goed in waren. Dat wij blind zijn voor de waarde van onze kwaliteiten omdat we hen bij onszelf niet (meer) herkennen, da’s zonder meer een gegeven dat je in therapie regelmatig tegen komt. Heel klassiek is het doel dus inderdaad vaak: “zijn wie je bent” (maar dan wèl op een effectieve manier).
de oefening, het positieve tegenover
Het volgende station aan de andere kant van het O.K.-gebied is de oefening. Het is wat andere mensen mij toewensen en wat ik waarschijnlijk ook wel mis in mijzelf. Maar ik kan dat waarschijnlijk zelf niet zozeer ontdekken… het ligt middenin mijn blinde vlek.
Het kan zijn dat ik die eigenschap ook bewonder bij een ander maar het kan ook zijn dat ik die positieve eigenschap helemaal niet kan herkennen omdat mijn allergische reactie op dergelijke kwaliteiten (of mijn angst voor dergelijke dingen) zo groot is (of mijn ervaringen met mensen die zulke dingen deden zo slecht zijn) dat ik alleen de slechte kanten ervan maar kan herkennen omdat ik het te groot of te sterk waarneem. Toch is dat juist de oefening.
Ik hoef immers eigenlijk helemaal niet zo bang te zijn dat ik gelijk zal doorschieten naar mijn allergie? Ook al is het misschien zo dat ik er af-en-toe in terecht kom. maar dit komt door de slingerbeweging tussen de negatieve polen…. Wanneer ik een slinger verder zijwaarts uittrek heeft ie de neiging om verder naar de andere kant te slingeren als ik even loslaat.
Maar het is niet eenvoudig om het überhaupt als positief te herkennen. De Blinde vlek ligt vaak voor ons gevoel zo dicht in de buurt van mijn allergie dat ik ze nauwelijks uit elkaar kan houden en fantaseer dat het “precies hetzelfde is”.
het negatieve tegenover, de allergie
De allergie is de eigenschap aan de andere kant van het traject. natuurlijk is het ook ‘te’ maar we zijn er waarschijnlijk ook bang voor of we verachten het mogelijk. En dat we mensen kunnen minachten omdat zij zichzelf iets gunnen wat wij onszelf niet gunnen, dat herkennen ook de meeste mensen wel (bij een ander).
Mijn allergie is de kwaliteit die ik minacht bij anderen en die ik bij mijzelf zou verafschuwen. Het is de eigenschap die mensen uit mijn omgeving die het goed met mij voorstellen vaak minder erg lijken te vinden dan ikzelf. Misschien zullen zij mij zelfs aanraden om die afschuw en minachting wat te relativeren omdat zij ook wel snappen dat het door mijn angst of mijn verontwaardiging of mijn verleden komt dat ik die eigenschap zó minderwaardig vind… terwijl ie toch best ligt in de richting van de eigenschap die ik wat meer zou kunnen oefenen. Je ziet dan ook dat mensen hun kwaliteiten het best kunnen ontwikkelen als men niet zelfgenoegzaam (selfrightiousness) op z’n eigen spoor blijft zitten maar actief probeert om te leren van de mensen waar je juist allergisch voor bent..
Hans West
Mogelijk ook interessant is:
Notes:
- *)de kans loopt om dader te worden
- Natuurlijk is het NIET zo dat ieder kind van een dader tot dader wordt. En natuurlijk is het niet zo dat ieder kleinkind van een dader zelf tot dader wordt.
- …terug naar de tekst [^]
- **)kernkwaliteitenkwadrant
- Een kritiek van ondergetekende op de theorie van het [kwadrant van de kernkwaliteiten door Daniel Ofman] wordt gelijk duidelijk in de definitie die Daniel Ofman geeft.
Voor het stellen van vragen +klik hier+
Contact pagina: +klik hier+
of reageer hier:
Als je aanvullingen of opmerkingen hebt: plaats hieronder een reactie…
Eén reactie op “De Slinger van West en Bindels -01-”